Maaibeheer in het Zegbroek (18, 19 en 20 juni 2015)
Midden in het Zegbroek liggen twee percelen van ongeveer anderhalve ha die gedurende een 8-tal jaar niet meer werden bemest. In het najaar van 2013 werden daar, met hulp van RLM, twee poelen gegraven om de biodiversiteit van onze amfibieën terug een boost te geven. Nu zijn we, in samenwerking met Natuurpunt Maldegem-Knesselare, begonnen om jaarlijks de percelen te maaien en het hooi af te voeren om zo op relatief korte termijn het grasland te verarmen, zodat we de vroegere bloemrijke hooilanden kunnen terug krijgen. Het hooi wordt in kleine balen geperst en in recycleerbare folie (made in Belgium) gewikkeld, waardoor er geen enorme machines aan te pas komen. Wel een ingenieus opraapsysteem, bedacht en gecreëerd door loonwerker Geert zelf, wat de arbeid veel lichter maakt - kijk maar naar de fotoreportage.
Naast een drietal zeggesoorten, die het gebied zijn naam gaven, zijn op de percelen nu al pijptorkruid en echte koekoeksbloem aanwezig. Vroeger waren bijna alle percelen in het Zegbroek omzoomd met knotwilgen. Vandaag zijn ze in het centraal gedeelte jammer genoeg zo goed als verdwenen maar we willen ze geleidelijk aan terug aanplanten op de perceelgrenzen waardoor het gebied zijn eeuwenoud uitzicht en landschappelijke waarde terugkrijgt.
In het meest noordelijke perceel, in de grote rietkraag rond de poel, broedt de kleine karekiet. Langs de perceelgrens is er een ruigte met bramen en zeggen ontstaan, waarin de grasmus graag vertoeft. Het is zalig om tijdens de werken de vlucht en het miauwen van een koppeltje buizerds te bewonderen dat in het nabijgelegen populierenbos reeds jaren een nestplaats heeft gevonden. De stilte wordt ook aangenaam gebroken door de roep van een foeragerende koekoek. Reeën die aan de poelen komen drinken en in de rietkragen rusten, zijn regelmatig te zien, alsook een opvliegend witgatje. Ook de zang van de bosrietzanger en de roep van de kwartel zijn af en toe te horen. Boven het water van de poelen vinden ondertussen territoriumgevechten plaats tussen platbuiklibel, gewone oeverlibel, grote keizerlibel en bloedrode heidelibel.
Kortom, het Zegbroek was gedurende een aantal dagen niet alleen het middelpunt van beheerbedrijvigheid, maar ook een bruisend spel van zang en kleur van vogels, insecten en bloemen. Een gebied waarvan de natuurwaarde in de loop der jaren door menselijk ingrijpen is aangetast maar die we hopelijk geleidelijk aan weer kunnen herstellen. De eerste stappen, met reeds zichtbaar resultaat, zijn gezet.
Met dank aan Johan Bosmans, Marleen Van Landschoot en Geert Landuyt.
Pijptorkruid Echte koekoeksbloem
Echte koekoeksbloemBuizerd belaagd door kraai
Pijptorkruid Pijptorkruid
Pijptorkruid Bruin zandoogje op pijptorkruid
Gewone oeverlibel
Vrouwtje bloedrode heidelibel Vrouwtje bloedrode heidelibel
Bitterzoet